Onderwijs

(Hoog)begaafd op school

Voor álle leerlingen is het belangrijk dat ze ‘gezien’ worden op school en dus onderwijs aangeboden krijgen, dat bij hun onderwijsbehoefte past. Voor kinderen die moeite hebben om mee te komen is er vaak vanalles voorhanden om kinderen te helpen.

Maar ook kinderen die een grote voorsprong laten zien hebben een aangepast leerprogramma nodig, meteen vanaf de kleuterperiode. Wordt dat om welke reden dan ook niet aangeboden kan het kind zich gaan aanpassen aan de normen die er klassikaal zijn en gaat het kind onderpresteren. Het kind laat niet meer laten zien wat het kan. Gevolg is vaak dat ze dan in groep 3 niet meer ‘herkend’ worden als (hoog)begaafd. Ze presteren immers niet meer bovengemiddeld. Het komt voor dat deze kinderen ongewenst gedrag, slechte werkhouding, inzet en slechte concentratie laten zien.
Als werk te simpel is, is er nauwelijks motivatie om zich in te zetten.

Als coach kan ik met de school meedenken om het lesprogramma aan te passen aan de onderwijsbehoefte van het kind. In de loop van het begeleidingstraject kijken we geregeld terug op het proces om het, indien nodig, bij te sturen.

Een goede afstemming met de ouders is van groot belang. Zij zijn immers de ervaringsdeskundige van hun kind. Ze kunnen de school informatie geven die op school niet bekend is. Informatie over de omgang met hun kind, de ervaring en die ze thuis hebben opgedaan, over de vrije tijd, hobby’s, sport en het functioneren in allerlei niet-schoolse situaties. Van belang is dat de school daarvoor open staat, initiatief neemt, communiceert en transparant is. Ouders merken thuis vaak aan gedrag van hun kinderen of deze uitgedaagd worden. Ze kunnen aangeven wat hun kind nodig heeft. Het is dus belangrijk dat ze serieus genomen worden.

IQ test? Functioneel veranderingsgericht werken
Om te weten of een kind (hoog)begaafd is, is naar mijn mening een intelligentieonderzoek niet altijd noodzakelijk. Een leerkracht heeft vaak snel genoeg gezien welke kinderen bovengemiddeld presteren, maar ook welke kinderen die speciale opmerkingen geven of op een onverwachte manier uit de hoek komen, waaruit hun begaafdheid blijkt. Vaak zijn dat juist niet de kinderen met de I of I+ scores bij de citotoetsen !
De school kan zelf diagnostische instrumenten inzetten om de vermoedens te bevestigen. Ook observaties door ouders en leerkracht kunnen bijdragen aan een goed beeld. In dat geval is er geen ‘bewijs’ dat het kind (hoog)begaafd is in de vorm van een IQ-getal. Het onderzoek is in deze een hulpmiddel om te gebruiken om het kind beter te kunnen begeleiden. Nadat er conclusies getrokken zijn kunnen er handelingssuggesties en adviezen gegeven worden waarmee een handelingsplan opgesteld kan worden om de betere begeleiding te starten en onderwijs-op-maat te kunnen bieden.

Peergroepen
In peergroepen ontmoeten kinderen die extra uitdaging nodig hebben elkaar op een bepaald tijdstip in de week. We noemen dit ‘peers’. Deze kinderen lopen vaak tegen dezelfde uitdagingen aan en voelen zich begrepen, omdat ze ontdekken dat ze niet de enige zijn. Het kan zijn dat het aanpassen van de leerstof niet voldoende is voor het kind. Dan kan een peergroup uitkomst bieden.
Ik kan school begeleiden bij het opstellen van criteria om te bepalen welke kinderen voor de peergroep in aanmerking komen. In de peergroep krijgen de kinderen naast het passende onderwijs in de klas extra uitdaging door middel van bijvoorbeeld moeilijke opdrachten, filosofielessen, lessen over mindset, doorzetten, leerkuil enz. Ze leren samenwerken, hoe om te gaan met tegenslagen, leren niet op te geven. Ook uitleg van het werk waaraan in de klas gewerkt kan worden, kan een taak zijn van de peergroep-leerkracht.

Ik werk graag met de naam Kangoeroegroep. Omdat deze leerlingen net als kangoeroes grote leersprongen kunnen maken. Ook voor kinderen is dit goed te begrijpen.